Interview met Mariet Westerduin
Mijn eerste gedachte bij ongelijkheid en gelijke kansen is dat je, ongeacht waar je wieg heeft gestaan, gelijke kansen moet hebben op het gebied van onderwijs, wonen en werken – en daarmee inkomen. Wat je meekrijgt van je ouders is heel belangrijk. Daarbij gaat het niet per se om hun opleidingsniveau. Dat kan twee kanten uitwerken: belemmeren of stimuleren. Belangrijk is of ouders hun kinderen motiveren en of ze zich betrokken voelen bij de school. Wat de scholen zelf betreft, denk ik dat we in Nederland en in Rijswijk een heel goed systeem hebben. Met goed gemotiveerde leerkrachten die het beste uit kinderen willen halen. En ja, ook dat werkt twee kanten uit. Hier om de hoek zit een school waar vooral kinderen naar toegaan van ouders die wat extra te besteden hebben. En daardoor kan die school meer doen voor de kinderen. Dat is dus elitair, zou je zeggen. Maar er zitten ook kinderen die extra behoeften hebben en van wie de ouders daar niet voor kunnen zorgen.
Wat de gemeente zou moeten doen, is zorgen dat kinderen op de basisschool allemaal mee kunnen doen. Mee op schoolreis, naar een sportclub.
Belangrijk, daarnaast, is wonen. Het maakt zoveel uit of een woning kunt kopen of dat je alleen kunt huren. De vraag is alleen wat je daar als politiek aan kunt doen. Je hebt nou eenmaal de middelen om te kopen of niet, en je kunt er als overheid niets aan doen dat sommigen meer verdienen dan anderen. Maar je kunt wel zorgen voor voldoende betaalbare huurwoningen, in de sociale en midden-huur. En koopwoningen voor starters. Je kunt ook iets doen tegen scheefhuren. En je kunt ervoor zorgen dat wijken prettig zijn om in te wonen. Ik was van de week in Den Haag Zuid West, bij de gaardes. Dat is echt armoedig, zoals dat er nu uitziet. In Rijswijk hebben we dat niet echt, maar er zijn wel wijken die die kant op kunnen gaan.
Bij leefbare wijken hoort ook zorg en ondersteuning. Eenzaamheidsbestrijding, ook. Voor ouderen -of anderen- die dat nodig hebben. En dan moet je niet wachten tot ze naar je toekomen. Er wordt al veel gedaan, maar er zijn nog zoveel mensen die het niet weten te vinden of die denken dat ze het niet nodig hebben, of denken dat het niet voor hen bedoeld is.
Waar ik niet zoveel mee heb, is ongelijkheid tussen mannen en vrouwen. Lagere beloning is natuurlijk niet goed. Maar dat heeft twee kanten. Je ziet toch dat veel vrouwen er bewust voor kiezen om geen volledige baan te nemen. Dat maakt de kans op een baan als bijvoorbeeld bestuurder van een organisatie dan kleiner. Dan is dat je eigen keuze. Wil je dat wel dan zal je partner meer moeten doen in het gezin en wellicht part-time gaan werken.
Alles bij elkaar wordt de ongelijkheid wel groter. De rijken worden rijker en de armen worden armer. En dan kun je geluk hebben, bijvoorbeeld doordat je wat erft – het huis van je ouders, bijvoorbeeld. Voor mij bood dat de mogelijkheid om m’n baan deels op te zeggen en als zelfstandig ondernemer te starten. En als ik m’n zoon wat kan nalaten, zal ik het zeker doen. Maar eigenlijk is zulk soort geluk niet eerlijk.
Mariet Westerduin woont vanaf haar geboorte in Rijswijk. Ze heeft wel een tijdje buiten Rijswijk gewoond, in Den Haag en in het buitenland. Ze is actief geweest in het buurtcomité Cromvliet en doet vrijwilligerswerk voor het KWF en voor Te Werve.
Ze werkt part-time bij Florence als HR-adviseur en heeft een eigen bedrijf in Uitvaartbegeleiding (Westerduin Uitvaart). Dat laatste is meestal in Rijswijk, maar kan ook in de regio Haaglanden zijn.
Interview in het kader van “Van waarde voor Rijswijk”
Interviewer: Max Kommer
Foto: Desiree Verstege