Interview met Gerry Sablerolle
Ik heb zelf zogenaamd tweede-kans onderwijs gedaan. Als kind had ik het idee dat ik het allemaal niet kon, dus ik kwam uiteindelijk op de huishoudschool terecht. En toen getrouwd, kinderen gekregen. Maar toen de kinderen wat groter waren, heb ik eerst de moedermavo gedaan en toen vwo. Dat vond m’n vader trouwens maar niks – die zei: “Je hebt je eerste kans gehad en die heb je niet gepakt, dus je hebt helemaal geen recht op een tweede kans”.
Toen ik daarmee klaar was, kwam ik als 35-jarige bij Sijthof werken, tegelijk met een jonge man die ook VWO had. Hij kreeg meteen al meer betaald, en dat beloningsverschil is er altijd gebleven. Dat was heel gebruikelijk bij dat bedrijf.
Waar geen verschil in werd gemaakt, waren de carrièrekansen. En dat is -was- in andere bedrijven weer wel het geval. Een vriendin van mij werkte heel lang in een supermarkt, en kon nooit verder komen dan caissière. Terwijl jongens van vakkenvuller opklommen tot filiaalchef. Waarbij ik wel moet zeggen dat ik niet zeker weet of ze het wel wilde.
Want wat we ervaren als ongelijke behandeling van vrouwen wordt ook wel veel door mensen zelf gedaan, vanuit een idee “Dit hoor je als ….. niet te doen”. Een vriendin van me klaagt er bijvoorbeeld over dat haar zoon regelmatig kookt. Ik zeg dan: “weet jij veel, misschien strijkt zijn vrouw wel alles. Dat moeten ze toch zelf uitmaken, wie wat doet?” Trouwens, mijn eigen zoon kookt en strijkt, dus dat heb ik wel goed gedaan in de opvoeding.
Maar denk ook aan vrouwen die zeggen “ik ga voor de kinderen zorgen” terwijl ze hoog-opgeleid zijn. Dat vind ik eigenlijk verschrikkelijk. Hoewel, er zit ook wel weer achter dat het van mannen minder geaccepteerd wordt als ze part time willen werken. Dan is het ook einde carrière.
Wat je natuurlijk heel duidelijk ziet is de andere behandeling van mensen met een buitenlands klinkende achternaam. Ik had een keer een collega die mensen op basis van hun naam automatisch op lijst dubieuze debiteuren plaatste, zodat ze niet nog een keer een opdracht konden plaatsen. Ik werd daar heel boos over. En toen ik hem vroeg of ik dan ook op die lijst zou komen, met mijn ook niet echt Nederlands klinkende naam, zei hij nog “ja” ook. Ik moest maar accepteren dat de statistiek nu eenmaal uitwees dat dergelijke mensen vaak niet betaalden.
Gelijke kansen zit natuurlijk ook in wat je van huis meekrijgt. Kinderen die al thuis leren hoe zich te gedragen, assertief te zijn enzovoort, die hebben echt een streepje voor. Op school en later.
Wat ik zelf trouwens wel ervaren heb, is leeftijdsdiscriminatie. Nadat ik bij de krant weg-gereorganiseerd werd, heb ik een hele tijd moeten zoeken naar een nieuwe baan. Toen merkte je heel duidelijk dat ze liever een jonger iemand namen met weinig ervaring, dan een vrouw van in de vijftig met veel ervaring. En ook het UWV deed daaraan mee.
Ik denk dat het goed zou zijn als de politiek zich bezighoudt met gelijke kansen en het tegengaan van ongelijke behandeling. Maar je moet wel uitkijken hoe je dat doet. Ik herinner me de campagne “Een slimme meid is op haar toekomst voorbereid”. Die gaf toch de indruk dat je vooral meetelde als je advocaat of dokter werd. Terwijl het er niet om zou moeten gaan dat je zo hoog mogelijk opgeleid wordt, maar dat je een opleiding kiest en een baan vindt die bij je past. Je moet jezelf kunnen worden. Maar daar zie je dan ook weer veel ongelijkheid tussen jongens en meisjes. Het wordt hier nog steeds heel gek gevonden als een meisje een technische beroepsopleiding kiest – dat is voor jongens. En de zorg dat is iets voor meisjes, want een jongen die daarvoor kiest zal wel homo zijn.
Ten slotte nog: met internationale vrouwendag heb ik niet zoveel. Althans, als het gaat om hoe dat hier in Rijswijk gevierd werd. In de jaren negentig had je echt het idee dat je lesbisch moest zijn om mee te mogen doen. En mannen mochten er echt niet bij zijn. Dan gingen wij als Rijswijks strijdkoor daar zingen, en dan moest dat zonder bassen en tenoren. En zonder dirigent, als dat een man was.
Maar later heb ik ook wel vrouwen uit het buitenland ontmoet voor wie het veel belangrijker was. Dus het gaat uiteindelijk om die internationale solidariteit.
Gerry Sablerolle woont sinds 1974 in Rijswijk. Ze heeft hier gewerkt bij de commerciële afdeling van een krant en later bij een drukkerij. Door de jaren heen heeft ze veel vrijwilligerswerk gedaan, vooral in het Christelijk jeugd- en jongerenwerk, tegenwoordig YMCA-Rijswijk
Interview in het kader van “Van waarde voor Rijswijk”
Interviewer: Max Kommer
Foto: Gerry Sablerolle
Voor actuele informatie over beloningsverschillen tussen mannen en vrouwen, zie: “Inkomen werkende vrouwen sinds 1977 met ruim 60 procent gestegen” (CBS)